Heeft u wel eens van de lipstick-index gehoord? Deze beleggersterm is bedacht door Leonard Lauder. De topman van cosmeticagigant Estée Lauder constateerde in 2001 dat de verkoop van lippenstift fors steeg tijdens een economische crisis. Dit zou zijn omdat lippenstift een opvallend, maar tegelijkertijd goedkoop luxeartikel is. Hoe dieper de crisis, zei Leonard Lauders, des te roder de lippen!
De lipstick-theorie gaat ervan uit dat vrouwen die geen geld hebben om een duur jurkje te kopen al snel belanden op de make-upafdeling. Klinkt logisch. Maar na al die jaren is nog steeds niet duidelijk of het een betrouwbare indicator is. Want lippenstift is natuurlijk erg trendgevoelig. Net als mascara trouwens. Dit cosmeticaproduct kende in 2009 een stijging van 12%, terwijl lippenstift toen juist daalde met 7%. Dus wat is nu de juiste economische graadmeter? Het ligt er misschien maar net aan wat hipper is: volle lippen of volle wimpers. Desondanks blijft de theorie van Lauder deels overeind. Vrouwen compenseren bezuinigingen op kleding met uitgaven aan make-up. Cosmetica-index is misschien een betere term.
…of goedkoop ondergoed!
Er zijn nog meer bijzondere indicatoren. Zo is er de herenondergoedindex. In tijden van crisis besparen mannen op ondergoed. En een roklengte-index (hemline index): hoe korter de rok, hoe sterker de economie. Of wat dacht u van de hot waitress index: hoe aantrekkelijker de serveerster, des te zwakker de economie. Elk nadeel heeft z’n voordeel, zullen we maar zeggen.
Als we nu eens zorgen voor korte rokjes, lelijke serveersters en veel nieuw ondergoed in de kast, zou het dan met de economie ook vanzelf beter gaan? Alles hangt immers af van het sentiment…