De afgelopen periode was in veel opzichten extreem leerzaam.
Videobellen, chats en mails, Teams, ZOOM, WhatsAppjes, telefoontjes. De leercurve was soms behoorlijk steil en aan bepaalde dingen begonnen we met redelijk wat wantrouwen. Eerst zien, dan geloven…
Inloggen van huis kon al heel lang bij ons en we hadden alles al stevig beveiligd via two-factor authentication. Met sommige klanten hadden we ook al een dedicated mailverbinding of SFTP om security te waarborgen. Dat scheelde behoorlijk bij de inrichting.
Maar niet iedereen in het team was even enthousiast over werken vanuit huis. Begrijpelijk. Want twee schermen, een ergonomische stoel, al het materiaal én je collega’s bij de hand, daar kon je eigenlijk niet zonder. De afleiding van een gezin om je heen, de verplichting om thuis uren te maken, bereikbaar te zijn, dat leek allemaal niet zo fijn.
Wat hebben we veel geleerd
Vanaf het begin kreeg iedereen de ruimte om zijn eigen tijd in te vullen. Had je het laatste uur minder te doen? Dan kon je rustig bij je scherm weglopen. Via Teams op je telefoon was je toch wel bereikbaar en die tijd haalde je ergens anders wel weer in. Mensen gingen van de weeromstuit flexibele uren draaien. Overdag even oppas voor de kinderen? Geen probleem. Dan pakten ze gewoon ’s avonds of op hun vrije dag een extra uur, of ze begonnen de volgende dag iets eerder.
In plaats van afleiding, was er juist focus. Zoveel, dat mensen aan het eind van de dag zere ogen hadden van het turen naar hun beeldscherm. Geconcentreerd werkten ze zich efficiënt door hun stapels heen. Ze moesten zichzelf dwingen even koffie of thee te gaan drinken of een rondje door de tuin te lopen.
Als je dan ook nog bedenkt dat we minder in de auto zaten, dan zou je zeggen: alleen maar plussen.
We waren er niet op voorbereid
En toch was er iets waar we niet op voorbereid waren: we gingen elkaar missen. Even een praatje aan het bureau van je collega, even kort overleggen “Hoe doe jij dat?”, samen de nieuwste versie van vertaalsoftware testen “Wat zie jij nu op je scherm?”, successen maar ook teleurstellingen delen…
Voor alles moest je gericht contact zoeken.
We waren een stel eilandjes waar zo nu een dan een boot tussen voer met een paar passagiers aan boord. Soms sprak je iemand een halve dag helemaal niet. Als je niet betrokken was bij het project, had je geen idee waar hij of zij mee bezig was.
Nieuwtjes wilde je eigenlijk delen met iedereen. Maar wat was dan het handigste? Mail? Chat? Videobellen?
Het digitale overleg kwam via allerlei kanalen op me af. Soms was het zoveel, dat ik in mijn overigens verder volkomen lege huis riep: “Hou nou eens op met al dat geapp, geteam, gemail en gedoe!!” Gelukkig hoorde niemand me 🙂
Eigenlijk wilden we wel weer eens gewoon live bij elkaar werken. Flink wat afstand, schoonmaakdoekjes en ontsmettingsmiddelen, papieren handdoekjes, geen koffie halen voor collega’s. Het woog allemaal niet op tegen elkaars reactie kunnen lezen, kriskras door elkaar vragen kunnen stellen zonder dat het geluid wegvalt, zomaar even een praatje over een van de kinderen.
Terug naar het honk
En dus gingen we toch terug naar het honk. Begin juni begonnen we voorzichtig met maximaal drie mensen verdeeld over de twee kantoren boven volgens een vast schema. Twee à drie meter afstand, het kan met gemak. Ramen open voor de ventilatie. Het kantoor beneden gebruiken we alleen als we met meer zijn. De rest werkt vanuit huis.
En nu gaan we op zoek naar een nieuw evenwicht. Het evenwicht tussen thuis werken en op kantoor werken. Die keuze ligt voor een groot deel bij de mensen zelf en daar kan en wil ik hen maar deels in sturen.
Een nieuwe arbeidsomgeving. Het is een van de verworvenheden van deze tijd die zo verdrietig was voor veel mensen. Een historische periode waar we allemaal lessen uit kunnen leren. Als we daarvoor open blijven staan.