Vertalen is net voetbal? Het is misschien niet de meest voor de hand liggende vergelijking. Toch zijn er veel parallellen. En ik kan het weten, als voetballende vertaler.
Scoren, scoren, scoren
Voetbal draait natuurlijk vooral om het scoren van goals. In de vertaalwereld kun je ook scoren, maar dan met een goede vertaling. Bijvoorbeeld door een goede individuele actie van de vertaler (met zinnen die een lust zijn voor het oog). Maar net als bij voetbal is het veel vaker een teamprestatie.
Soms loopt de ‘aanval’ over maar liefst vier of vijf schijven. Overleg met interne vertalers, vraag aan de klant, overleg met externe vertalers, nog maar eens intern overleggen en ten slotte voor de zekerheid nog wat navragen bij de klant. Deze een-tweetjes zijn vaak essentieel om tot een goede vertaling te komen. En daarmee te scoren dus!
Tactiek bepalen
Naast een goede samenwerking is bij vertalen ook de tactiek belangrijk. Sommige teksten, zoals juridische, vragen om een verdedigende tactiek. Bij zulke vertalingen moet je kort dekken – oftewel, dicht bij de tekst blijven. En zorgen dat je geen steken laat vallen, want ieder foutje wordt direct afgestraft. Er is geen plaats voor technische hoogstandjes.
Bij andere teksten, bijvoorbeeld voor een website of brochure, is een aanvallende tactiek juist beter. De coach (lees: klant) geeft je een vrije rol. Je krijgt de ruimte om je creatieve ingevingen op papier te zetten, waarmee je probeert te ontsnappen aan je tegenstander (lees: tekst). Met je attractieve spel lok je mensen naar het stadion, want deze teksten moeten zo veel mogelijk gelezen worden.
De schijnbeweging
Er zijn nog veel meer overeenkomsten te bedenken. Een kleine greep uit de voorbeelden: de assist, wanneer een collega een voorzetje geeft voor een vertaaloplossing; technologische hulpmiddelen, onontbeerlijk voor vertalingen en binnen het hedendaagse profvoetbal; en kaatsen, als je een vertaling per omgaande terugstuurt naar de klant (wegens grote spoed).
Vooruit dan, nog een paar: de opbouw, de organisatorische handelingen om de vertalers aan het werk te zetten (een goede opbouw is essentieel!); de overtreding, in een vertaling kan wel eens een foutje sluipen, maar in tegenstelling tot veel voetballers mekkeren wij niet tegen de scheids (lees: klant); en niet te vergeten de schijnbeweging, want ook wij nemen wel eens een collega in de maling …
Vertalen is dus net voetbal. En ik kan het weten, als iemand die al 28 jaar tegen een bal trapt en 7 jaar teksten vertaalt.